Uniformen

 

Het museum heeft een grote collectie uniformen in bezit, van kabouters en welpen tot en met leiding. Deze collectie omvat naast complete uniformen ook hoofddeksels, evenementen t-shirts en accessoires.

 

 

Tijdens zijn proefkamp, op Brownsea Island in 1907, kwam Baden Powell tot de ontdekking dat aan de kleding duidelijk te zien was welke jongens uit de betere stand kwamen en welke uit de arbeidersklasse. Bovendien was de kleding ook niet direct geschikt voor het spel dat hij in gedachte had. Na dit kamp heeft Baden Powell een uniform ontwikkeld, dat niet alleen praktisch en sterk was, maar er ook voor zorgde dat het verschil tussen rangen en standen wegviel.

 

Nederlandse Padvinders, Katholieke Verkenners

Toen Scouting in 1910 naar Nederland kwam en er overal in het land padvinders troepen verschenen, werd het padvindersuniform ook hier overgenomen.

Doordat de padvinderij nog niet landelijk georganiseerd was, waren er nog al wat verschillen in de uniformen. In Amsterdam bestond het uniform uit een korte broek, tot over de knie, lange kousen, trui, das en hoed. Ook de stok behoorde natuurlijk tot de uitrusting, evenals een bijl en een lasso.

In Den Haag werden bijvoorbeeld kniekousen en een overhemd met twee borstzakken gedragen.

Nadat er in de loop van de tijd overkoepelende organen ontstonden, die uiteindelijk samen gingen in de N.P.V. (Vereeniging de Nederlandsche Padvinders), kwam er meer structuur in de padvindersbeweging. Dit resulteerde uiteindelijk in één uniform voor alle padvinders. Korte donkerbruine manchester broek, khaki blouse, kniekousen met groene kwasten, das, hoed en stok. Dit uniform bleef gehandhaafd tot in de jaren vijftig, hoewel in de loop der jaren de broek wat korter en de blouse wat lichter werd.

Door de zeeverkenners werd een donkerblauwe manchester broek en een donkerblauwe trui gedragen en als hoofddeksel een matrozenmuts. De welpen droegen een groene trui, een donkerbruine manchester broek, een groen petje en kniekousen met groene kwasten De Katholieke Verkenners die in begin jaren dertig kwamen droegen hetzelfde uniform als het N.P.V.

 

Eind jaren vijftig werd de lange broek geïntroduceerd en kwam de baret in de plaats van de hoed en ook de stok raakte in onbruik. Dat de hoed het niet helemaal heeft afgelegd blijkt wel uit het feit dat er nu nog groepen zijn die de hoed blijven dragen en dat hij nog steeds in de Scout Shop verkrijgbaar is. Bij de welpen werd de groene trui vervangen door een groene blouse, en werd de korte broek gehandhaafd.

 

 

Nederlands Padvindsters Gilde / Nederlandse Gidsen

 

 

Bij de meisjes was er in de beginjaren, net als bij de jongens nog geen uniforme kleding. De Leidse Meisjesgezellen droegen een donkerblauwe rok, een witte blouse, een donkere vilten hoed en een lichtblauwe das.

De Haagse Meisjesgezellen droegen in plaats van de donkere hoed een khaki hoed, terwijl de meisjes in Hilversum en Amersfoort een donkerblauwe das en een lichte hoed droegen

Doordat de meisjes in Amersfoort veel de natuur in gingen kwamen ze al gauw tot de ontdekking dat die witte blouse niet erg praktisch was. Er werd toen gekozen voor een donkerblauwe jurk met een lichtblauwe driehoekige das, als stropdas gevouwen en een donkerblauwe baret.

 

 

 

Nadat in 1916 een landelijke organisatie was opgericht, het N.M.G. (Nederlandsch Meisjes Gilde), kwam er net als bij de jongens meer eenheid in het uniform. Er werd gekozen voor een donkerblauwe jurk, een lichtblauwe driehoekige das, als stropdas gevouwen, een donkerblauwe vilten hoed en een wit fluitenkoord.

Later kregen de kabouters een bruine jurk een gele driehoekige das, als stropdas gevouwen, en een donkerbruine kaboutermuts. In 1933 werd de naam van het N.M.G. veranderd in N.P.G (Nederlands Padvindsters Gilde). De Katholieke meisjes, de N.G.B. (Nederlandse Gidsen Beweging) die in 1946 ontstonden kozen voor het zelfde uniform als het N.P.G. De kabouters droegen in plaats van een kaboutermuts een muts in de kleur van het uniform, een z.g.n. keppeltje.

Evenals bij de jongens werd eind jaren vijftig bij de meisjes het uniform aangepast, de jurk werd vervangen door een donkerblauwe rok en een blauwe blouse. De hoed was al enkele jaren eerder vervangen door een donkerblauwe muts (soort veldmuts). De als stropdas gevouwen das werd een blauwe driehoekige das. De Gidsen kozen voor een lichtere tint blauw, zowel voor de rok als voor de blouse. Als hoofddeksel werd een zwarte baret gedragen. Bij de kabouters werd de gele das ook als gewone driehoekige das gedragen.

 





 

Scouting Nederland

Na de fusie in 1973, toen de vier oude verenigingen samen Scouting Nederland vormden, werd het uniform totaal gewijzigd. Er kwam een nieuwe broek of rok, de das bleef, iedere leeftijdsgroep kreeg een eigen kleur blouse, 7 tot 10/11 jaar groen, 10/11 tot 14/15 jaar beige en 14/15 en ouder brique. De waterscouts kregen een blauwe - en de luchtverkenners een grijze blouse. Voor de bevers (5 tot 7 jaar) die later kwamen werd gekozen voor een rode trui. De leiding draagt de zelfde kleur blouse als de speltak. De dolfijnen 7 tot 10/11 jaar dragen hetzelfde uniform als de zeeverkenners.
Het dragen van een hoofddeksel was niet meer verplicht. Later werd ook het verplichte dragen van de scoutingbroek afgeschaft, alleen bij officiële gelegenheden moet de voorgeschreven broek nog gedragen worden. De scouts zijn nu alleen nog herkenbaar aan de scoutingblouse en de das.

 

Na de spelvernieuwing in 2010, waarbij de speltakken kabouters esta,s en dolfijnen zijn opgeheven, is er ook een nieuwe kledinglijn ingevoerd: de “Scoutfit”.

 

Het officiële uniform bestaat nu uit een donkerblauwe afritsbroek, een blouse in de kleur van de speltak, de landelijke of groepsdas en een donkerblauwe cap met Scouting Nederland logo.

De bevers dragen geen trui meer, maar evenals de andere speltakken een blouse in de kleur rood.

De welpen dragen een groene blouse, de scouts een beige, de luchtscouts een grijze, de waterscouts een donkerblauwe en de explorers en roverscouts evenals de niet speltakgebonden leiding een brique/bordeaux-rode.

De leiding van de speltakken draagt dezelfde kleur blouse als de jeugdleden.

 

 

 


Het museum verhuurt een aantal van deze zeldzame stukken ook voor speciale scouting activiteiten, toneelstukken en play-back shows. Stuurt u s.v.p. een E-mail voor nadere informatie.


Het museum is altijd geïnteresseerd in "oude" scouting materialen.
Denk je er over om je oude spullen weg te doen,  neem dan s.v.p. contact op.