WELPEN

(Het jungleboek)

 

Het welpenspel is gebaseerd op het verhaal van Rudyard Kipling uit 1894: “The Junglebook”.

 

 

 

 

Het rimboeverhaal

 

Het rimboeverhaal vertelt de geschiedenis van een kleine jongen, die in India leefde te midden van een echte wolvenhorde. Deze jongen was het zoontje van een houthakker.

 

Shere Khan, de tijger, had zijn jachtgebied verlaten om te gaan jagen in de buurt van het wolvenhol en het mensendorp. Toen hij houthakkers overviel, die in het bos bezig waren, liep de kleine jongen het wolvenhol binnen en kroop lekker bij Raksha, moeder wolf, die lekker warm was. Moeder wolf besloot het jong te houden, hoewel Shere Khan zijn prooi opeiste.

“Wacht maar, wat de horde ervan zegt, van dat mensenjong!” zei hij nog. De wet van de jungle zei namelijk, dat alle jonge wolfjes zodra ze groot genoeg waren om op eigen benen te staan, meegenomen moesten worden naar de Raad van de horde. Alle wolven van de horde konden de welpen dan leren kennen en daarna mochten de jonge wolfjes vrij spelen in de jungle zonder dat iemand hen kwaad zou doen.

“We houden hem bij ons alsof hij één van ons is”, besloot moeder wolf, “en dan moet de raad maar beslissen. Hé, lig eens stil, kleine kikvors! Ja, Mowgli, kikvors, zal ik je noemen.” En zo kwam Mowgli aan een naam en een familie.

 

 

Zodra Mowgli en de andere welpen ouder werden, namen Vader en Moeder Wolf hen mee naar de raadsrots, waar Akela, de leider van de Sionie-horde, bovenop lag. Zoals Shere Khan had voorspeld, voelden de wolven er niet veel voor een mensenkind op te nemen in de horde. De wet van de jungle zei, dat als de horde het er niet over eens was of een welp lid van de stam mocht worden, er minstens twee wolven voor die welp moesten opkomen. Geen wolf wilde dat, maar Baloe, de beer wel. Hij was ook lid van de Raad, omdat hij de leermeester van de jonge wolven was en hen de Wetten van de Jungle onderwees. Bagheera, de zwarte panter, sprak ook, hoewel hij geen lid was van de raad. “Is het niet zo dat het leven van een jong gekocht kan worden voor een bepaalde prijs? Ik heb een vette stier gedood. Ik geef hem aan jullie, als jullie Mowgli laten leven!” De meeste hongerige wolven waren daar wel voor te vinden. En zo mocht Mowgli bij de horde blijven.

Mowgli leerde veel van moeder en vader wolf en van de vier jongen, de welpen. Er waren ook twee andere dieren die hem veel leerden: Baloe de beer en Bagheera de panter. Baloe was een dikzak, wat slaperig, maar hij kende alle junglewetten en ook de wachtwoorden van de dieren op zijn duimpje. Deze leerde hij allemaal aan Mowgli en zij kwamen goed van pas toen de jongen in moeilijkheden raakte met de Bandarlog, het apenvolk. Baloe en Bagheera riepen toen de hulp in van Kaa, de slang, en na een zware strijd slaagden zij erin hem te bevrijden.

Bagheera leerde Mowgli hoe hij moest jagen en doden, ook alles over het buitenleven en het verkennen in de rimboe. Mowgli beleefde vele avonturen en hij doodde ook Shere Khan de tijger, omdat deze hem veel kwaad had gedaan. De huid van Shere Khan spreidde hij uit op de raadsrots, waar alle wolven hem konden zien, als ze er samen kwamen om te vergaderen over het werk in de horde en om plannen te maken voor de toekomst.

 

 

Het welpenspel

 

Vele benamingen en gebruiken uit deze verhalen vinden we terug in het welpenspel. Natuurlijk worden niet alle activiteiten op dit thema gebaseerd maar de rimboesfeer is toch het raamwerk van alles wat zich binnen de horde afspeelt.

 

Hoe werd je welp?

Een jongen van acht kon toetreden tot de Welpenhorde. De horde bestond gewoonlijk uit 18 tot 24 welpen, onderverdeeld in nesten (groepjes van 6 welpen)

De nesten droegen kleurnamen, b.v.: zwarte-, bruine-, grijze-, rode-, groene- of witte nest. Deze nesten waren te herkennen aan een gekleurde driehoek op de linkermouw. Aan het hoofd van een nest stond een gids, geholpen door een helper. De gids droeg 2 gele banden en de helper 1 gele band om de linker arm tussen de elleboog en de schouder. Soms kende men in de horde nog een grijsbroer. Dit was meestal een oudere welp die, wat leeftijd betreft, haast naar de verkenners kon, vooral als hij in een horde zat met veel jonge welpen. Als oudste welp kreeg hij dan de titel grijsbroer. Op zijn mouw kreeg hij dan een derde gele streep.

 

De nieuweling kreeg een aantal weken de gelegenheid om te zien of hij welp wilde worden. Voordat de jongen geïnstalleerd werd vertelde de Akela over de rimboeverhalen, over de horde, de wet, de belofte, het uniform, de insignes en de goede daad. In het leven van de rimboedieren spelen de junglewetten een belangrijke rol. De dieren hebben zich aan bepaalde regels te houden. Zo is het ook in de horde. Bij zijn installatie beloofde de nieuweling te proberen de regels, die voor alle welpen waren vastgesteld, na te komen.

 

De belofte:

Ik beloof mijn best te zullen doen:

-          Mijn plicht te doen tegenover God en mijn land.

-          De wet van de welpenhorde te gehoorzamen en iedere dag een goede daad te doen.

 

De wet:

-          De welp volgt de oude wolf.

-          De welp is moedig en houdt vol.

 

De welpen hadden ook een motto:

-          Doe je best!

 

Het uniform

 

 

Het uniform bestond uit een korte bruin manchester broek, beige kniekousen met groene kwasten, een donkergroene trui met lange mouwen, een das in de kleuren van de groep en een groene pet met gele biezen, met voorop een wolvenkop. Eind jaren 50 werd, naast de groene trui, een groen poloshirt met korte mouwen toegevoegd.

 

Ster- en insignewerk

 

Ster- en insigneopdrachten omvatten een aantal vaardigheden, die de welp zich eigen kon maken. Eenvoudige opdrachten voor het behalen van de eerste ster en wat moeilijker voor de tweede ster.

Als een welp net geïnstalleerd was, werd hij een teerpoot genoemd. Hierna ging hij werken aan de zogenaamde ster-eisen. Nadat hij voldaan had aan de eisen voor de eerste ster kreeg hij zijn eerste ster, waarna hij verder kon gaan voor zijn tweede ster. De sterren werden op de pet gedragen; De eerste ster rechts en de tweede ster links van de wolvenkop.

    

Aan deze petsterren was nog een bepaalde symboliek verbonden:

Als een welp (een wolven jong) geboren wordt, is hij nog blind en hulpeloos. Dit geldt ook voor een welp als hij pas geïnstalleerd is. Als hij zijn eerste ster behaald heeft gaat er één oog open en bij het behalen van zijn tweede ster heeft hij beide ogen open en is hij pas een echte welp.

 

   

Na het behalen van de tweede ster kan een welp vaardigheidsinsignes gaan behalen uit vier verschillende groepen, door zich te gaan specialiseren in bepaalde vaardigheden, zoals sport, handenarbeid, fotograferen, acteren, muziek enz.

 

Insignegroepen:

 

Rood

- hulpvaardigheid

Geel

- creativiteit

Groen

- sport

Blauw

- buitenleven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een wolf heeft minstens 2 sterren en vier vaardigheidsinsignes, waarvan minstens één rood. Als hij overgaat naar de verkenners mag hij dit insigne blijven dragen, totdat hij het eersteklas-insigne behaald heeft.

Insigne wolf

 

 

Opening en sluiting

 

Horderoep

 

De welpen verstoppen zich in de jungle en wachten op de roep van Akela die op de raadsrots staat.

De gids van het dienstnest biedt Akela de totempaal aan, salueert en zegt: “Akela, wij zijn klaar voor de jungle”.

Akela roept dan “Yalahiiii” (wij gaan jagen!). De welpen komen tevoorschijn en roepen: “Hiiiiiiiiii! (wij willen jagen.)

 

 

In een grote kring wachten ze op het handgebaar van Akela en dan hurken ze.

Akela geeft een teken met het hoofd en dan heffen alle wolven hun snuit en roepen: “Akela, wij doen ons best.”

Met een sprong staan ze weer in de kring.

 

Eén van de welpen blaft de verschillende nesten nog eens extra toe: “djib, djib, djib, djib,” (doe je best).

Hierop blaft de horde even kort en enthousiast terug: “Wij dob, dob, dob, dob, dob, (doen ons best), woef!”

 

Bij “djib” staan alle welpen recht, beide handen als gespitste oren tegen het hoofd. Bij “dob” staan alle welpen in de houding en brengen saluut. Bij “woef!” stappen de welpen met één voor- en achterpoot (rechter arm en been) vooruit in de kring.

 

De djb-welp is meestal de gids van het dienstnest.

Welpen die nog niet geïnstalleerd zijn doen niet mee met de horderoep. Zij staan in de houding, een pas buiten de kring.

 

De totem

 

 

De totem bestaat uit een – soms heel fraaie – stok, waarop een wolf of wolvenkop is geplaatst. Het is het trotse familiebezit van een levende horde. Het vertegenwoordigt de traditie van de horde. Herinneringen aan grote jachten en bijzondere gebeurtenissen die gemaakt kunnen worden van leer, hout, been, lapjes enz. worden aan de totem opgehangen.

 

Saluut

 

Het saluut is 2 gespreide vingers aan de rand van de pet, alsof het een wolvenkopje is met gespitste oren. De twee vingers staan tevens voor de twee punten uit de belofte.

Het saluut wordt bij drie gelegenheden gebruikt:

 

1.     Als groet. De welp die als eerste een andere welp of padvinder ziet, brengt saluut, waarop de ander dan teruggroet.

2.     Als teken van eerbied, bijvoorbeeld bij het hijsen van de vlag.

3.     Bij de installatie.

 

 

Rimboedansen

 

De rimboedansen waren bedoeld om de welpen hun fantasie te laten gebruiken en de lol van het acteren te ervaren. Er waren vijf dansen die alle welpen eigenlijk moesten kennen, en die gebaseerd zijn op de karaktereigenschappen van de dieren. Deze 5 dansen zijn:

 

-         Tabaqui en Shere Khan

-         Kaa

-         Baloe

-         Bagheera

 

Leiding

 

In eerste instantie was de leiding van de welpen uitsluitend vrouwelijk, pas later konden ook mannen leiding worden, eerst slechts assistent en later ook hoofdleider.

De hoofdleid(st)er heette altijd Akela, de assistent leid(st)ers kregen namen van de dieren uit de jungle, die wat karakter betreft leken op het karakter van de leid(st)er. De meest gebruikte namen waren Baloe en Bagheera, Raksha, Chil en Hathi.

Een enkele keer kwam Wontolla als leidingnaam voor. Wontolla was de eenzame wolf, een naam die meestal gegeven werd aan leid(st)ers die niet iedere opkomst aanwezig konden zijn.

 

De leiding droeg een kaki bloes en rok en een hoed met voorop een ronde metalen plaat met daarop een wolvenkop. Mannelijke leiding droeg het verkenners uniform met op de hoed de hoedplaat met wolven kop

De hoofdleider had een wolvenkop met een groene achtergrond en de assistenten hadden een rode achtergrond.

 

 

Ceremoniën

 

Binnen een horde waren er een paar echte ceremoniën. Belangrijk en bijzonder voor de kinderen, die dat meestal erg spannend vonden.

 

1.     Installatie van de nieuweling. De belofte vormt hierin het middelpunt en daar wordt ook tijdens de ceremonie naartoe gewerkt

2.     Installatie van een gids. Deze installatie is ongeveer 1 maand na de benoeming als gids, waarin de gids bewezen heeft goed te zijn.

3.     Overgang naar de verkenners.

 

 

Na de fusie van de vier verenigingen in 1973 werd het welpenspel gemoderniseerd.

 


Het museum is altijd geïnteresseerd in "oude" scouting materialen.
Denk je er over om je oude spullen weg te doen, neem dan s.v.p. contact op.