KABOUTERS
(Het bos van avontuur)
|
|
Het verhaal
Herma
woont samen met haar familie op een heuvel, bij een mooi bos, ver weg van de bewoonde
wereld. Vader is boswachter en kent alles wat groeit en bloeit in het bos en
zorgt ervoor dat het bos mooi schoon blijft. De kinderen trekken er vaak met
hem op uit. Ze houden van het bos en al zijn bewoners. Het eenzame meer, waar
de dieren komen om te drinken, ligt midden in het bos. Vlak erbij is het rijk
van de herten. Rea en Radi zijn de voornaamste herten van het bos. Zij zijn
zo’n beetje de baas en alle bosbewoners hebben eerbied voor ze. Als Rea de
herten roept, klinkt er: Toewiet, toewiet, toewiet.
Iedere morgen
verzamelen alle dieren bij het eenzame meer. Als Rea zegt: “Shoe”, dan zoekt elk dier zijn eigen vak op
en kiest een plekje om te zitten en te luisteren. Pung en Pinta, de eekhoorns,
Sikowa de raaf, Nigra de kraai en Depko de ekster, de konijnen en nog veel meer
dieren. Allemaal hebben ze hun eigen wachtwoord. Daarna wordt de wet opgezegd,
waarna Rea vertelt: Jullie mogen wonen in dit grote, mooie bos. Je mag er
spelen zoveel je wilt, maar je moet ook leren, want dat kan je later te pas
komen. We moeten elkaar altijd helpen om dat te bereiken. Daarom moeten alle
dieren proeven afleggen. Zo moeten hertjes voor hun derde proef een verrassing
meenemen voor alle dieren.
Herma
zit midden in het bos om tien verschillende bloemen te zoeken voor school.
Jonge hertjes zien haar en willen haar als verrassing meenemen voor het
bosvolk. Herma gaat mee naar het eenzame meer en dan ontmoet ze Rea. Die
vraagt haar of ze de wetten van het bos kent en of ze ook wil doen wat er in
die wetten staat. Herma kent ze niet maar wil ze graag leren. Rea legt ze uit
en stelt haar daarna als nieuweling voor aan alle dieren en vraagt ze om
Herma het wachtwoord van ieder volkje te leren, samen met de wetten en
geheimen van het bos. Van
Sikowa de raaf leert Helma, dat de leidsters uit het hertenvolk gekozen
worden en dat de bosbewoners zich in volkjes verdelen, en dat ieder volkje
een eigen wachtwoord heeft en dat de jonge dieren nieuwelingen zijn die drie
proeven moeten afleggen voor ze echt meetellen. |
|
|
Daarna moet ze van Rea
de vogel Sikowa gaan zoeken, langs een pad bij de bosbeek. Voor sommigen is de
weg lang en voor anderen moeilijk. Dubon en Filoen waren tegen de toestemming
om Herma toe te laten in het bos en proberen het Herma moeilijk te maken en
haar te laten stoppen, maar slagen daar niet in. Als ze bij Liroek aankomt
staan alle dieren daar om haar te verwelkomen in het bos als lid van het
bosvolk. Samen met de andere dieren leert ze alles wat nodig is in het bos.
Oorsprong
Na de Tweede
Wereldoorlog, toen de Nederlandse Gidsen Beweging ontstond, wilden die hun
eigen kabouterspel hebben. Uitgangspunt voor dit spel is het Bos van Avontuur. Er
zijn veel overeenkomsten met het spel van Tommy en Betty van het Nederlands
Padvindstersgilde. Zo zijn de insignes hetzelfde en zijn de eerste, tweede en
derde proeven te vergelijken met de mensenkindeisen, vingereisen en handeisen.
Het eerste gedeelte van
het boek is een kennismaking met de boswachtersfamilie.
|
|
De rest van
het boek is een samenspel van Herma met de herten, Rea en Radi, de andere
dieren van het bos en de natuur. Rea, de hertenmoeder leert in het boek de
andere dieren vele vaardigheden en beschermt ze ook tegen gevaren. Een
belangrijke plaats in het boek is het eenzame meer. Hier verzamelen alle
dieren van het woud zich en worden door Rea verwelkomd. Alle dieren wachten
daar vol spanning tot de zon hoog aan de hemel is gekomen en dan breekt de
vreugde los. Elk dier zoekt dan op teken van Rea zijn stam op. |
Leiding
De leidsters
heetten naar de herten Rea en Radi, de leidsters van het bosvolk.
De
kabouters
Een groep van
24 kabouters heette een kring en werd verdeeld in volkjes. Ieder volkje had een
hoofdkabouter en een helper. Als totem hadden de kabouters de opgaande zon, zij
was het symbool van de vreugde. Het devies van de kabouters is: Pak
maar aan
Het uniform
De kabouters
droegen hetzelfde uniform als de kabouters van het NPG, dus een bruine jurk
en een gele das, maar hadden als hoofddeksel geen muts maar een bruin
keppeltje. Daarnaast droegen de kabouters van de NG ook een speciale badge,
het Jeruzalemkruis of Krukkenkruis met daarop de opgaande zon. Bij het
uniform hoorden ook bruine sokken met een gele rand. |
|
|
De volkjes
Totaal waren er
zes volkjes die namen van dieren hadden die in het verhaal voorkwamen: merels,
eekhoorns, konijnen, kikkers, waterhoentjes en sprinkhanen. De volkjestekens
werden op de rechtermouw van de kabouterjurk gedragen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Merel |
|
Eekhoorn |
|
Konijn |
|
Kikker |
|
Waterhoentje |
|
Krekel |
Ieder volkje had
ook zijn eigen motto:
De merels: Wij
zijn vrolijk
De eekhoorns: In
ons woont het vuur
De konijnen: Spring
door de dag
De kikkers: Vlug
en goed
De
waterhoentjes: Recht
door zee
De sprinkhanen: Klaar
over
Ook de herten,
als leiding, hadden hun eigen motto: Wij
zijn van één volk
Wet en
belofte
De wet:
Een bosbewoner
is eerlijk
Een bosbewoner
luistert naar Rea de leidster
Een bosbewoner
is altijd blij
Een bosbewoner
is goed en vriendelijk voor andere bosbewoners.
De belofte:
Ik zal mijn
best doen met Gods hulp een echte kabouter te zijn; iedereen te helpen waar ik
kan, vooral thuis!
De
kaboutergroet
Een niet
geïnstalleerde kabouter groette niet. Een geïnstalleerde kabouter groette met
twee vingers van de rechterhand aan het hoofd. De groet was met twee vingers,
omdat de belofte uit twee delen bestond. Een geïnstalleerde kabouter mocht
andere leden van de beweging de linkerhand geven, ten teken van vriendschap.
Proeven
In het verhaal
moesten de dieren proeven doen. Dit gold dus ook voor de kabouters. Er waren
drie verschillende proevenkaarten: De nieuwelingenkaart, de vingerkaart en de
handkaart. Op alle drie kaarten stonden drie proeven. Als deze drie kaarten
gedaan waren, kon begonnen worden aan insignes.
Avonturenbloemen
Lukwa |
= |
de
voedselplant |
Variatia |
= |
het
verandergewas |
Buette |
= |
het
geneeskruid |
Livea |
= |
de
vergeetplant |
Kwemba |
= |
de tijdbloem |
|
|
Met al deze
bloemen konden we het Avontuur groter maken. Lukwa kwamen de kabouters altijd
graag tegen, want daar was altijd iets lekkers. Buette was de verbandtrommel
in het kabouterlokaal. Variatia met zijn verrassingen kon een bijzondere
plaats innemen in het kringlokaal, de bladeren van Variatia waren altijd
voorzien van verrassingen. Livea met z’n stuifmeel, daar maakte je meestal
direct kennis mee als je kabouter ging worden, want door het stuifmeel van
Livea vergat je de tijd. Aan het eind van de kringmiddag of bij het overvliegen
gebruikten we Kwemba om weer uit onze fantasie te ontwaken en tot de tijd
terug te keren. |
Livea |
|
Ceremonies
Er waren 2
vaste ceremonies die nooit veranderden:
-
- De kringgroet
-
-
De bosring
De kringroet
Allen zaten
gehurkt, met beide handen in saluuthouding tussen de knie:en op de grond. De
totem en degene voor wie de kringgroet gedaan werd, stonden in de kring. Allen
zeiden nu zachtjes onder het langzaam opstaan en weer terugkomen in de hurkende
houding: “toewiet, toewiet, toehoe”, en keken daarbij naar de grond. De tweede maal werd “toewiet,
toewiet, toehoe”,
luider geroepen, dezelfde beweging werd gemaakt, alleen kwamen ze iets hoger
uit de hurkende houding op en ook keken ze hoger. De derde maal werd “toewiet,
toewiet, toehoe”, luid
geroepen, de kabouters sprongen op en klapten met de handen boven het hoofd.
Allen stonden dan stil, groetten en keken naar de persoon voor wie de
kringgroet gedaan werd.
De Bosring
Rea en Radi stonden
met de nieuwelingen bij de totem. Rea riep: “Shoe, kabouters”. De kabouters verdwenen naar hun
volkjeshoekjes.
Als Rea riep: “Toewiet,
toewiet, toehoe” dan
kwamen de kabouters weer aanlopen, eventueel onder het roepen van hun eigen
volkjesroep.
Ze vormden een
danskring, dansten eerst linksom met de zijdelingse aansluitpas, onder het
zingen van:
“Loh, loh, loh, loh, loh, loh, loh,
Loh, loh, loh, loh, loh, loh, loh”
Dan met
dezelfde zijdelingse aansluitpas rechtsom, onder het zingen van:
“Wij zijn kabouters, hoort
ons aan,
Wij zijn steeds vrolijk en
pakken aan!”
Daarna weer
linksom met dezelfde pas en zongen:
“Loh, loh, loh, loh, loh, loh, loh,
Loh, loh, loh, loh, loh, loh, loh,”
Stond iedereen
stil, dan knikte Rea naar een kabouter, deze deed toen een stap naar voren,
groette en zei: “Pak maar aan!” en ging dan weer een stap naar
achteren. De kring groette terug en antwoordde: “Wij pakken aan!”
Als min of meer
vaste ceremonies werden gerekend de installatieceremonie en de
overvliegceremonie. De overvliegceremonie was evenals de installatieceremonie,
vooral een fantasiespel. Het was de enige ceremonie waarbij gidsen en kabouters
beiden aanwezig waren.
Feesten
Er zijn een
paar feestelijke gelegenheden, die een speciaal programma krijgen:
-
-
- Installatie
-
-
Overvliegen
-
-
Het jaarfeest
-
-
Denkdag
-
-
Verjaardag van een leidster
-
-
Oudermiddag
-
-
Bosfeest
Installatie . Voordat een
kabouter geïnstalleerd kon worden, moest zij een installatietocht afleggen. Tijdens
deze tocht kwamen de nieuwelingen langs diverse punten waar ze een proefje
moesten afleggen. Aan alle gasten en kabouters lieten ze zien en horen wat ze
allemaal al van de kabouters wisten en dat ze echt wel geïnstalleerd konden
worden. |
|||
|
|
|
|
Denkdag 22 februari
vierden de kabouters Denkdag. Het is de geboortedag van Lord en Lady Baden
Powell. Daarom was deze dag uitgekozen als denkdag voor alle leden die waren aangesloten
bij de wereldbond. Het was een feestdag met een internationaal tintje en de
kabouters dragen een klimopblad en een sneeuwklokje als teken van moed en
trouw. Ieder lid gaf dan een denkdag-dubbeltje of -kwartje, om andere landen
of landen die in nood verkeren te helpen. |
|
||
|
|
|
|
|
|
Bosfeest Eén van de
grote feesten in een kabouterkring was het Bosfeest. Het verschil tussen de
wekelijkse programma’s en een bosfeest was, dat bij het laatste de kinderen voor
een groot deel zelf de sfeer bepaalden. Het was een feest dat vol
verrassingen zat, maar waaraan de kabouters ook zelf deelnamen, door
acteerstukjes, liedjes, enz. De leiding was natuurlijk in handen van de
leidster, maar zij was niet degene die ook alle onderdelen zelf bedacht en
uitvoerde. Ieder volkje had een eigen aandeel in het feest. Het leukste was
als het bosfeest in een echt bos gehouden kon worden. |
|
Geheimschrift
en kaboutertaal
De kabouters hadden
ook hun eigen geheimschrift en hun eigen kaboutertaal. Het geheime
woord was LOH, de afkorting van het kaboutergeheim, Laat Ons Helpen. |
|
|
|
|
Geheimschrift Het geheimschrift is samengevat in een liedje op de wijs van “Geel staat het koren” |
||
|
Kaboutertaal Deze taal moest natuurlijk geheim gehouden worden voor buitenstaanders. |
|
|
|
Opening en
sluiting
Er was geen
vast openings- en sluitingsritueel, het was afhankelijk van het thema van de
bijeenkomst. Er waren echter twee liedjes die vaak voor de opening en sluiting
gebruikt werden:
Opening 1 |
|
Sluiting 1 |
|
|
|
Ik dans hier toch
zo vrolijk, op het zachte mos Kom kabouter,
ga met mij, naar ’t grote bos We huppelen
blij en vrolijk, samen hand in hand Door de grote
poort naar het kabouterland.
|
|
Ik dans hier
toch zo vrolijk, op het zachte mos Kom kabouter,
ga met mij uit ’t grote bos We huppelen
blij en vrolijk, samen hand in hand Door de grote
poort weer naar het mensenland. |
Opening 2 |
|
Sluiting 2 |
|
|
|
De zon is al
op bij het eenzame meer vergaderen de
bosdieren, elke week weer. Wij gaan er spelen,
in ’t grote bos We maken er
een danskring en draaien er op los. Dag Rea, dag
Radi, we vinden het zo fijn, Vanmiddag in
ons bos hier weer samen te zijn. De zon
schijnt al hoog en kleurt het bos goud We groeten
jullie allen, vrije dieren van het woud. |
|
De zon gaat
al onder bij het eenzame meer Vergaderen de
bosdieren, elke week weer. Wij gaan er
spelen, in ’t grote bos We maken er
een danskring en draaien er op los Dag Rea, dag
Radi, we vinden het zo fijn, Vanmiddag in
ons bos hier weer samen te zijn. De zon
schijnt al hoog en kleurt het bos goud We groeten jullie allen, vrije dieren van het woud. |
|
|
|
Overige informatie
Omdat er na de fusie in 1973 twee
verschillende kabouterspelen waren werd er voor gekozen om de kabouters in een nieuw
land te laten spelen, nl. Bambilië en werd het spel van Het bos van Avontuur niet
meer gespeeld.
Het museum is altijd
geïnteresseerd in "oude" scouting materialen.
Denk je er over om je oude spullen weg te doen, neem dan s.v.p. contact op.