Vakinsignes / Vaardigheidsinsignes

 

 

 

Om jongens en meisjes enthousiast te maken voor liefhebberijen en handenarbeid, is door Baden Powell de mogelijkheid tot het behalen van vaardigheidsinsignes ingesteld. Hierdoor leerden zij hun eigen vaardigheden ontdekken. Bovendien kon dit bijdragen aan hun beroepskeuze.

 

De eerste 35 afbeeldingen van de insignes, die in 1911 door de NPO (Nederlandsche Padvinders Organisatie) van de Engelse Scouts zijn overgenomen, zijn door B.P. zelf ontworpen.

 

De NPB (de Nederlandsche Padvinders Bond) kende metalen vakinsignes. Nadat in 1915 door een fusie met de NPO de NPV (Nederlandsche PadVinders) tot stand was gekomen werden deze metalen insignes afgeschaft en de oorspronkelijke insignes weer gebruikt.

Gids

 

Aanvankelijk waren het vilten insignes met een papieren of stoffen achterkant. Later zijn het stoffen insignes geworden, gevoerd zowel als ongevoerd. In de loop der tijd kwamen er wijzigingen en aanvullingen op het oorspronkelijke insignepakket.

De insignes werden in evenwijdige rijen, op de rechter mouw tussen de schouder en de elleboog, gedragen.

 

Bij de welpen waren het driehoekige insignes verdeeld in vier kleuren: Groen (Lichamelijke geoefendheid), Blauw  (Intelligentie), Rood (Hulpvaardigheid) en Geel (Handigheid).

Deze insignes werden later, evenals de insignes voor de verkenners, ook gedragen door de KV.

In 1968 werd deze kleurindeling afgeschaft.

 

Wever

 

De verkenners hadden ronde kakikleurige insignes met een groene rand waaromheen een kaki rand en meestal een rode afbeelding. De zeeverkenners zijn later donkerblauwe insignes gaan dragen en de luchtverkenners lichtblauwe.

Brandweerman

 

Zeeverkenners kennen, evenals de waterpadvindsters, bovendien nog een aparte serie vaardigheidsinsignes n.l. de M.B.L. ‘s (Machtiging BootLeiding). In de insignes van de jongens stond een lelie en in die van de meisjes een klaverblad. De kleur van het embleem gaf de categorie van het insigne aan.

Motorboten-A

 

Ook de luchtverkenners hadden een aantal eigen insignes n.l. brevetinsignes motormodellen en zweefmodellen.

Motormodellen

 

Door de kabouters werden driehoekige bruine insignes met goudkleurige rand en goudkleurige afbeeldingen gedragen.

Vakantie

 

De padvindsters en gidsen hadden evenals de verkenners ronde insignes, donkerblauw met een lichtblauwe rand en lichtblauwe afbeelding.

Door de NGB werden dezelfde kabouter- en  padvindstersinsignes gedragen, aangevuld met enkele eigen ontwerpen.

 

Gastvrouw

 

De pioniers van het NPG droegen ronde donkerblauwe insignes met een rode rand en rode afbeelding, uitgezonderd het insigne ziekenverzorging. Dit had een vol geborduurde witte afbeelding. Het behalen van vakinsignes door pioniers werd in 1955 afgeschaft.

Ziekenverzorging

 

In 1967 ging het NPG over op junior- en senior-padvindsters en werd het insignepakket aangepast. Voor de junioren kwamen er de junior expres tekens bij. Er waren in totaal vier routes, die te herkennen waren aan de kleur van het tentje.

 

Eerste route

 

De senioren kregen nieuwe vakinsignes, ronde donkerblauwe insignes met een rode rand en rode afbeelding en slechts 20 mm in doorsnede.

Natuur

 

In 1969 werd door de K.V., zowel voor de welpen als de verkenners, nieuwe volgeborduurde insignes ingevoerd. Deze insignes waren vierkant en hadden gestileerde afbeeldingen.

Redder

]

Na de fusie van de vier verenigingen in 1973 werden de oude vaardigheidsinsignes overboord gegooid en kwamen er, zowel voor de leeftijd 7 t/m 10 als 10 t/m 15 jaar, nieuwe ronde gestileerde insignes, wit met een witte rand en afbeeldingen in verschillende kleuren.

Handvaardigheid

 

Halverwege de jaren 90 kwamen voor de esta’s (een gemengd onderdeel voor 7/10 jarigen) nieuwe driehoekige insignes met een rode rand, zwarte achtergrond en gekleurde afbeeldingen.

 

Muzikant

 

De scouts (jongens en meisjes van 10 /15 jaar) kregen vijfhoekige insignes met rode rand, blauwe achtergrond en eveneens gekleurde afbeeldingen.

Pionieren

 

Tot de vaardigheidsinsignes kunnen eveneens een aantal insignes gerekend worden die niet als zodanig worden aangegeven, maar toch laten zien dat de drager over een bepaalde vaardigheid beschikt .

 

De welpen hadden de sterren die op de pet gedragen werden en het insigne wolf dat aangaf dat je een bepaald aantal insignes had behaald. Het werd gedragen op de linkerkant van de trui of blouse.

Wolf

 

Kabouters kenden de insignes vinger en hand, waarvoor ook aan een aantal eisen moest worden voldaan. Deze insignes werden aan de rechterzijde op het uniform gedragen.

Hand

 

Kabouters van het NPG hadden stoffen insignes, terwijl de kabouters van de NGB metalen insignes droegen.

Vinger

 

Ook de klasse-insignes en het kroonverkennerinsigne bij de verkenners lieten zien dat men over bepaalde vaardigheden beschikte. Deze klasse-insignes werden op de linker mouw gedragen tussen de schoudernaad en de elleboog, uitgezonderd het kroonverkennersinsigne dat op de rechtermouw werd gedragen evenals de daarbij behorende insignes er omheen. In de begintijd van de Padvinderij in Nederland werd een kroonverkenner “Koningspadvinder” genoemd en werd het insigne boven de rechter borstzak gedragen.

Kroonverkenner

 

De NPO kende het insigne zilveren wolf voor een bepaald aantal behaalde vakinsignes. Dit insigne werd later vervangen door de geel/groene-, rood/witte-, gouden- en woudloperskoorden. Deze gaven eveneens aan dat men een bepaald aantal voorgeschreven insignes had behaald. De koorden werden over de rechter schouder gedragen.

Woudloperskoorden

 

Voor de rowans van de KV bestond de mogelijkheid om het krooninsigne rowans te behalen evenals het Sint Joristocht insigne, een rood bandje met in witte opdruk “Sint Joristocht”. Dit laatste insigne kon eveneens door eersteklasse verkenners en voortrekkers behaald worden.

Krooninsigne

 

Padvindsters/gidsen hadden één of twee smalle blauwe bandjes als klasse-insigne rechts op het uniform boven de overvliegvleugel.

 

Klasse bandje

 

Als een padvindster aan bepaalde eisen had voldaan en het aantal vereiste insignes had behaald, mocht zij over de linker schouder de blauwe koorden dragen. Na 1967 kwamen er voor de junior padvindsters de oranje-blauwe koorden, waarvoor de eisen lichter waren dan voor de blauwe koorden.

Oranje-blauwe koorden

 

Voortrekkers mochten het insigne voortrekkerinstructeur dragen boven de rechter borstzak en het insigne zwerver op de linker schouder-passant. Het insigne zwerver is ook nog korte tijd uitgevoerd in metaal.

Zwerver

 

Bij de KV werd na 1964 het insigne voortrekkerinstructeur op de rechter- en het insigne zwerver op de linkermouw gedragen.

VT-Instructeur

 

Van 1932 tot 1941, toen de bezetters de Padvinderij verboden, kenden de pioniers het “groote vlam-insigne“. Voor die tijd behoorden de eisen hiervoor tot de installatie-eisen. Dit insigne had een doorsnede van ongeveer 48 mm.

 

Na de oorlog kwamen hiervoor in de plaats: “de berkenblokken”, “de vlam” en de “rookpluim”. Deze drie insignes werden op elkaar gedragen zodat de één de andere bedekte, het laatst behaalde insigne boven. Men vond dat pioniers niet met insignes te koop moesten lopen, dat is ook de reden dat in 1955 het behalen van vakinsignes werd afgeschaft.

In de jaren vijftig verdwenen de drie insignes, de berkenblokken-eisen werden toegevoegd aan de installatie-eisen en de vlam- en de rookpluimeisen werden afgeschaft. Hiervoor in de plaats kwamen nieuwe “vlameisen”. Wanneer de pioniers hieraan voldaan hadden mochten zij een zilvergrijze rand om het installatie-insigne voor pioniers borduren.

 

Groote Vlam insigne

 

Na de spelvernieuwing in 2010 zijn er nieuwe vak/vaardigheidsinsignes gekomen voor alle speltakken.

 

Bevers:

 

Voor de bevers zijn er ook insignes gekomen. Hier zijn geen speciale eisen aan verbonden, maar zij kunnen die verdienen, door gedurende 3 a 4 weken mee te doen aan activiteiten die verbonden zijn aan  een inwoner uit Hotsjietonia. Het gaat niet om de vaardigheden maar om de inzet.

De activiteiten worden door leiding zelf verzonnen en aangepast aan het niveau van de kolonie. Als afronding van de opkomsten wordt het insigne aan de hele kolonie uitgereikt.

 

Er zijn 11 insignes met de afbeeldingen van figuren uit Hotsjietonia:

Bas Bos, Fleur Kleur, Keet Kleur, Noa, Professor Plof, Rebbel, Rozemarijn, Stanley Stekker, Sterre Stroom, Steven Stroom en Stuiter.

 

Rozemarijn

Bovendien zij er 10 funbadges voor beverleiding met de afbeeldingen van de eerste 10 van bovenstaande figuren.

 

Bas Bos

 

 

 

 

 

Welpen:

 

 

 

 

 

De welpen hebben 23 nieuwe vaardigheidsinsignes.

 

Knopen

Voor welpenleiding zijn er 15 funbadges met afbeeldingen van figuren uit het djungle verhaal.

 

Kaa

 

 

 

 

 

Scouts:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er zijn 11 vaardigheidsinsignes: buitenleven, expressie, identiteit, internationaal, samenleving, sport en spel, houtbewerking en stoken, kampeertechnieken en pionieren, tochttechnieken, veilig en gezond en zeilen kielboot. Deze insignes zijn er in de kwalificaties 1(oranje) en 2 (rood). Daarnaast is er nog één insigne roeien 1/2 in de kleur rood.

Buitenleven 1

Expressie 2

Voor de scouts zij er verder 30 specialisatie insignes.

Routetechnieken

 

 

 

 

 

Explorers:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De explorers hebben 8 vaardigheidsinsignes, met daarnaast 3 jaarbadges. Voor ieder jaar zijn er bepaalde activiteiten vastgesteld waaraan de explorer moet voldoen voordat hij de jaarbadge mag dragen.

Buitenleven

 

 

Jaarbadge 1

Jaarbadge 2

Jaarbadge 3

 

 

 

 

 

Roverscouts:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De roverscouts kennen geen insignes zoals de andere speltaken maar een badge uit drie delen. Deze badge staat voor drie uitdagingen die de roverscout zelf formuleert. Voor elke uitdaging die afgerond is krijgt hij één deel van de badge.

Na het succesvol afronden van de drie uitdagingen en voldaan te hebben aan een aantal voorwaarden mag de roverscout de daaraan verbonden dasring dragen.

 

De partenza


Het museum is altijd geïnteresseerd in "oude" scouting materialen.
Denk je er over om je oude spullen weg te doen,  neem dan s.v.p. contact op.